Ontdek Vila Real de Santo António: Historie en Natuur aan de Guadiana
Vila Real de Santo António ligt aan de rechteroever van de rivier de Rio Guadiana, die al eeuwenlang de grens tussen Portugal en Spanje vormt. Deze haven- en industriestad staat bekend om haar visconservenindustrie en is geen traditionele badplaats. Al in de Romeinse tijd werd hier de grens vastgesteld tussen Lusitania, het latere Portugal, en Baetica in Zuid-Spanje. Tegenwoordig vaart in de zomermaanden elk half uur een veerboot tussen Vila Real en het Spaanse Ayamonte, een tocht van circa 15 minuten. Sinds 1991 verbindt een brug de twee oeverplaatsen met elkaar.
Het stadsontwerp van Vila Real is uniek en bedacht door de markies van Pombal, de invloedrijke 18e-eeuwse minister die ook verantwoordelijk was voor de heropbouw van Lissabon na de aardbeving van 1755. In slechts vijf maanden tijd, vanaf 1774, werd de stad aangelegd op de plaats van het door een vloedgolf verzwolgen vissersdorp Santo António da Avenilha. De stad is strak in een dambordpatroon opgebouwd, met haaks op elkaar liggende straten. Het centrale stadsplein Praça do Marquês de Pombal is rechthoekig en wordt omzoomd door sinaasappelbomen en statige huizen, met een obelisk ter ere van koning José I in het midden.
Ten noorden van Vila Real liggen kilometerslange zoutpannen langs de Rio Guadiana, onderdeel van het natuurreservaat Reserva Castro Marim. Deze salinas zijn al eeuwenlang in gebruik en werden door de Romeinen geperfectioneerd. Vanaf eind april vormen zich hier witte heuveltjes zout die schitteren in de zon. Dit gebied is ook van groot belang voor vogels zoals strandplevieren, ooievaars en bruine kiekendieven. Nabij ligt het oude vestingstadje Castro Marim, dat van Romeinse oorsprong is en later het hoofdkwartier was van de orde van de Christusridders. Hier zijn nog middeleeuwse burchtwerken en resten van oude vestingen te zien, met een prachtig uitzicht over de rivier en zoutvlaktes.
Het gebergte ten noordwesten van Vila Real begint met heuvels nabij Azinhal en wordt gaandeweg hoger en gevarieerder richting Odeleite en Alcoutim. Veel plekken zijn begroeid met eucalyptus- en dennenbomen. Alcoutim heeft ruïnes van een middeleeuwse Moorse burcht en monumentale kerken met renaissance- en manuelinostijl. De route vanuit Alcoutim naar Faro (via de N124) voert langs ruige en avontuurlijke wegen door ongerepte natuur waar het groene landschap afwisselt met steeds meer bossen en steilere hellingen.
Het bergdorp Cachopo is het grootste dorp langs deze binnenroute en staat voor de rustige levensstijl van de lokale bevolking. Bij Barranco Velho opent zich een spectaculaire natuurlijke panorama met indrukwekkende uitzichten, groene dalen en steile heuvels. Ondanks de nabijheid van de drukbezochte stranden van de Algarve, heerst hier in het binnenland een serene en ongerepte sfeer. Voor meer informatie over de regio en bezienswaardigheden, bezoek Regio Algarve en voor gedetailleerde kaarten Kaart.
