Bad Ischl: Keizerlijk kuuroord en cultureel centrum
Bad Ischl, gelegen in de regio Oberösterreich, was van 1854 tot 1914 het zomerverblijf en kuuroord van keizer Franz Jozef. Dit voorheen onbekende plaatsje groeide uit tot het wereldse middelpunt van de Habsburgse monarchie tijdens de zomermaanden. De connectie met de keizerlijke familie ontstond al eerder, toen aartshertogin Sophie hier vanwege een kuur met zouthoudend water verbleef en hierdoor vier zonen kreeg, die vanwege het zoutgehalte ‘zoutprinsen’ werden genoemd.
Bezienswaardigheden in Bad Ischl zijn onder andere de Keizersvilla, een biedermeier landhuis dat door vleugeluitbreidingen veranderde in een indrukwekkende zomerresidentie met prachtige tuinen en fonteinsculpturen. Het Heimatmuseum toont regionale folklore, zoutmijnbouw en etnografie. Daarnaast herinnert de Lehár-Villa aan de beroemde operettecomponist Franz Lehár. Het Haenel-Pancera-Familienmuseum toont wooncultuur uit verschillende periodes en herbergt kunstwerken van onder andere Rembrandt en Caravaggio, naast handschriften van beroemde componisten als Schumann, Brahms en Bruckner. In de zomer wordt hier bovendien een operettefestival georganiseerd.
De omgeving van Bad Ischl biedt ook belangrijke attracties zoals de ruïne Wildenslein ten zuiden van de stad. Nabijgelegen plaatsen zijn Ebensee, bekend sinds 1607 om zoutwinning en het unieke evenement de Glöcklerlauf, waarbij witte mannen met verlichte stervormige hoofdtooien en koebellen een eeuwenoud ritueel uitvoeren. Traunkirchen, gelegen aan de Traunsee, herbergt de parochiekerk Mariae Krönung met haar bijzondere architectuur, een Michaelskapelle en een Johannesbergkapelle waar een beroemde klok uit 1639 hangt. Deze streek is dankzij haar tradities en religieuze processies een boeiende bestemming binnen Oberösterreich en geheel Oostenrijk.